Het stikstofbeleid, de PFAS-norm en nu de coronacrisis; het zit de landelijke en agrarische sector de afgelopen jaren niet mee. Daarom is het hoog tijd om met een expert in deze sector te spreken. Ontmoet VBO-makelaar Nicole Suijkerbuijk
Waar zijn we en met wie hebben we het genoegen?
“Welkom in Made, een dorpje in Noord-Brabant. We zitten hier vlak onder de Biesbosch en dichtbij Oosterhout. Ik ben Nicole Suijkerbuijk, sinds een aantal jaren werkzaam bij Staal Makelaars. Ons kantoor is sinds de oprichting gespecialiseerd in agrarisch en landelijk vastgoed. Dat is te danken aan de vroegere functie van onze eigenaar- en naamgever, Jan Staal. Hij heeft gewerkt voor de landbouwvoorlichtingsdienst en is eigenlijk de makelaardij en taxatie ingerold. Zijn kennis en netwerk zijn voor ons kantoor van grote waarde. In West-Brabant is Staal Makelaars mede dankzij hem een bekende naam.”
Wat maakt jullie specialisme bijzonder, wat zijn de kenmerken die het vak voor jou interessant maken?
“Bij agrarisch en landelijk vastgoed gaat het om veel meer dan louter de opstallen en de percelen. Bestemmingsplannen, de toekomstvisie van gemeenten en provincie voor bepaalde gebieden, continu veranderende regelgeving, het speelt allemaal een rol. Bovendien speelt ons advies een grote rol bij de continuïteit van de bedrijven die we adviseren, onze cliënten leunen sterk op ons . Het is voor hen dan ook heel belangrijk om te weten wie er “op de dam” komt, zoals dat heet. Je gaat vaak een jarenlange relatie met elkaar aan en komt elkaar vroeg of laat weer tegen.”
Wat was tot nu toe je grootste uitdaging?
“Dat is toch wel het moment van ‘binnen’ komen. Zoals ik eerder al zei, onze cliënten verwachten een volwaardige sparringpartner, iemand met veel ervaring. En dan staat er een jonge vrouw voor de deur. In het begin vond ik dat best wel even spannend. Maar doordat ik zelf ben opgegroeid in het buitengebied en actief ben in de hippische wereld ken ik veel agrariërs, ook van buiten het werk om. Het maakt het een stuk makkelijker als je weet wat hen dagelijks bezig houdt. Nu zie ik het eigenlijk als een groot voordeel dat ik nog zo jong ben, want ik zie maar weinig jonge vakgenoten. De vergrijzing slaat toe.
Wat is het effect van de coronacrisis op je werk?
“Ik merk dat mensen soms wel wat voorzichtiger zijn, maar dit is per partij verschillend. Er zijn ondernemers waarvan ik had verwacht dat ze het rustig aan zouden doen en geen nieuwe landelijke objecten zouden kopen of verkopen. Niets blijkt minder waar: ze zijn zelfverzekerd in hun kunnen en gaan gewoon lekker door. Dit is helemaal het geval als het plan om te kopen of verkopen al langer loopt. Dit plan gooien ze echt niet opeens om.
Voor de agrarische sector is het wel een extra onzekere factor naast de stikstofproblematiek. Wat gaan de aardappel- en melkprijzen het komende jaar doen? Met deze vragen en onzekerheden merk je wel dat de boeren rondlopen. Dit maakt voor veel boeren het komende seizoen een spannende tijd. Deze periode zal voor hen echt uitwijzen wat de coronacrisis voor gevolgen heeft.”
Hoe zorg je dat je in business blijft?
“Wij werken natuurlijk waar nodig thuis en overleggen via Microsoft Teams, zowel met elkaar als met klanten of gemeenten. Ook hadden we aan het begin van de crisis een plan gemaakt om deze tijd te gebruiken om bepaalde taken op te pakken. Denk aan het archief opruimen, interne bedrijfsvoering onder de loep nemen, de website optimaliseren en bijzondere aanpassingen op contracten verbeteren. We wilden bezig blijven en hadden daarom een behoorlijke lijst gemaakt. Met deze lijst zijn we heel fanatiek begonnen, maar al snel werden de afspraken en andere werkzaamheden gewoon weer voortgezet en hadden we geen tijd meer voor de taken op de lijst.
Dit verbaast mij soms wel. Bij landelijk vastgoed uit de prijsklassen tussen 5 ton en 1 miljoen zijn het vaak ondernemers die deze aankoop doen. Daarom had ik verwacht dat dit sterk zou teruglopen. Tot nu toe valt dit echt nog mee. Wij zijn bovendien realistisch over onze sector. Ik denk dat dit belangrijk is voor alle partijen. Als (potentiele) klanten vragen wat ze het beste kunnen doen, dan vind ik het onze taak om een realistisch beeld te schetsen waarin sommige factoren onzeker zijn.”
Bron: Vastgoed Adviseur editie juni 2020