In de Kamervragen die eind augustus aan de ministers van Financiën en Binnenlandse Zaken zijn gesteld over de kwaliteit van taxateurs en hun diensten, miste ik de nodige aandacht voor de kwaliteit van de opdrachtgevers. De taxateur heeft de afgelopen jaren een vloedgolf aan regelgeving over zich heen gekregen.
Als die namelijk schriftelijk rapporteert over de waarde van een vastgoedobject, moet hij op eieren lopen: hij verricht dan een zogenoemde ‘professionele taxatiedienst’; met alle gevolgen van dien voor zijn beroepsaansprakelijkheid.
Maar opdrachtgevers zitten in de praktijk helemaal niet te wachten op een lang taxatierapport met bijlagen en laten dat ook duidelijk merken aan de taxateurs. Ze willen gewoon een paar A4-tjes met de waarde en geen lange papierwinkel. Opdrachtgevers zetten daarmee de taxateur ook onder druk om voor een laag tarief te taxeren. Waarom moet dat zoveel kosten, als hij alleen maar een waarde bepaalt? Die paar velletjes papier met dat getal, kost toch niet zo veel tijd? Het is niet redelijk zo te denken, al was het maar omdat de opdrachtgever zijn eigen inspanningen nooit zo zou bagatelliseren. Alsof het aantal woorden van een taxatierapport in verband staat met de kosten ervan, op deze manier zou een ‘ja’ of ‘nee’ als conclusie van een onderzoek wel heel goedkoop zijn.
Tal van taxateurs hoor ik aan de telefoon over deze kortzichtigheid klagen. Dit betekent dat bij veel opdrachtgevers nog niet het besef leeft, dat taxateurs aan strenge eisen moeten voldoen. Dat moet snel veranderen. Daarom is het dan ook goed om te zien dat er nu meer aandacht komt voor professioneel opdrachtgeverschap. De institutionele beleggers (IVBN) en de Stichting ROZ Vastgoedindex hebben hier al in 2018 werk van gemaakt met de richtlijn (IPET25). Deze richtlijn beoogd procesmatige verschillen in de behandeling van taxaties bij vastgoedbeleggers weg te nemen.
Ook de NRVT regelgeving laat er geen misverstand over bestaan: opdrachten kunnen in beginsel alleen worden verstrekt aan en uitgevoerd worden door taxateurs die geregistreerd zijn bij het NRVT. Opdrachtgevers hebben de verplichting om geregeld te wisselen van taxateur teneinde de onafhankelijkheid te waarborgen. Een opdrachtbrief wordt opgesteld conform de richtlijnen van het NRVT. Alle relevante communicatie tussen de opdrachtnemer en opdrachtgever wordt hierin schriftelijk vastgelegd.
Nu ging het bij de Kamervragen niet zo zeer expliciet over opdrachtgevers, maar dat doet niets af aan het principe dat de politiek zich ook professioneel moet gedragen jegens de taxateur en zijn taxatiedienst. De ministers van Financiën en Binnenlandse Zaken en daarmee de politiek, zouden goed voorgelicht moeten worden over de taxatiespelregels. Zo krijgt de goedwillende, professionele VBO-taxateur, niet alleen een steuntje, maar zelfs de wind in de rug.
Reageren? Mail naar: ln.obv@neeveggor.naaitsabes.