Ideeën om de woningmarkt weer op gang te krijgen.
Gérald Cantrijn was bij de oprichtingsvergadering van VBO in 1985. Hij is al sinds 1974 actief in de makelaardij en heeft dus alle marktbewegingen doorgemaakt. Niettemin kijkt hij met stijgende verbazing naar de op dit moment vastgelopen woningmarkt. Hij heeft ideeën om de startmotor weer aan te gang te krijgen.
Vandaag de dag houdt Gérald Cantrijn het leven graag overzichtelijk. Samen met zijn vrouw runt hij Cantrijn Makelaardij in Breda; hij heeft een groot vertrouwd netwerk.
Gérald startte zijn veelzijdige loopbaan in het vastgoed als ‘jong broekie’ bij de Stok Groep. “Dat was destijds de grootste vastgoedpartij in Nederland. In die dagen ondernam ik alles wat met onroerend goed te maken had. We kochten en verkochten de vreemdste objecten, van postkantoren tot fabrieken tot kerken, als er maar grond onder zat. Hele nieuwbouwwijken hadden we in de verkoop. De turbulente tijden stagneerden echter, waardoor de Stok Groep binnen een paar maanden omviel. Uit het faillissement van Stok heb ik het kantoor in Breda overgenomen. Het was inmiddels 1980, en het land was in een diepe crisis gedompeld. Collega-makelaars verklaarden me voor gek dat ik juist op dat moment startte. Maar ik had van huis uit meegekregen: als je tegen de stroom in kunt zwemmen, dan kan dat ook met de stroom mee. Ik werkte me vier slagen in de rondte. Het is niet voor te stellen, maar Breda telde toen vier makelaarskantoren, nu zijn dat er ruim 50. Op dit moment is het aanbod ongeveer 900 woningen en vissen we met z’n allen in een vijver waar nagenoeg geen vis in zit. Toch is er een wezenlijk verschil tussen de crisis van toen en die van nu. De slechte woningmarkt van destijds werd veroorzaakt door torenhoge rentes; nu zitten we in een dip die het gevolg is van verkeerde keuzes. De hele boel zit vast, omdat we mede door Europese regels geen creatieve oplossingen meer kunnen/mogen bedenken of aandurven.”
Bezit opbouwen
Gérald Cantrijn verbaast zich over de wijze waarop mensen van buitenaf en onze overheid aankijken tegen de wereld van het onroerend goed als het gaat om huur, koop, hypotheken, risico’s en waardeopbouw. “Aan het begin van mijn loopbaan was het kopen van een woning echt iets bijzonders. Zo herinner ik me nog het jonge stel dat een woning wilde kopen, en de vader die meekwam. Die man trapte van meet af aan op de rem. De hypotheeklast voor de jongelui was immers wel 300 gulden per maand en hij betaalde zelf maar 250 gulden huur per maand; klopte dat wel? Ik heb de beste man uitgelegd dat zijn dochter en schoonzoon jaren later nog hetzelfde maandbedrag zouden betalen én eigen bezit opbouwden terwijl hij inmiddels veel meer huur zou betalen. Kijk, bij wonen en woningen gaat het feitelijk maar om één ding: de woonlasten. We zien nu dat veel jongeren aan huur torenhoge woonlasten hebben, als ze al een huurhuis kunnen krijgen. Kopen is helemáál lastig, want ze komen er niet tussen. De hele woningmarkt stagneert aan de onderkant, omdat alles met veel te stringente regels is vastgelegd. Neem als voorbeeld een jong stel van nu, met een normaal inkomen. Het is hun gelukt om een woning te huren voor € 1.000 per maand of meer. Die huur hoesten ze braaf op. Het jaar daarna wordt het ca. 3% meer, enzovoort. Ze bouwen niets op. Als ze bij de bank aankloppen, kijkt die naar hun Loan To Income. Dikke kans dat ze geen hypotheek van € 1.000 per maand kunnen krijgen. Ze zitten klem. Maar ik zie oplossingen. Mijn stokpaardje is altijd geweest: ‘Bakstenen keer rente is woonlasten’.
De startmotor aan de gang
“Wat mij betreft zouden we met z’n allen toch nog eens kritischer naar die meetlat van Loan To Income moeten kijken. Als mensen kunnen aantonen dat ze al een aantal jaren samenwonen en steeds keurig hun huurpenningen hebben betaald, waarom dan niet een hypotheek met dezelfde maandlast? Laat die veel te strakke LTI-richtlijn los. Voorwaarde is wel dat je de rente verplicht voor minimaal 20 jaar vastzet alsmede een aflossingsvorm. Ik zie ook mogelijkheden bij vermogende ouderen. Die mensen zie ik voldoende in mijn omgeving. Ze krijgen nu nul rente en lopen risico bij beleggen. Stel, ik vind iemand met een vermogen. Dan kan ik die koppelen aan een jong stel dat wil kopen, maar geen eerste hypotheek krijgt. Nog even verder met het gedachtenexperiment: ons jonge stel huurt nu voor € 1.200. Ze vragen om een hypotheek van € 250.000. Ik ga naar onze vermogende vriend. Die leent het bedrag tegen, laten we zeggen, een rente van 4%. Het jonge stel betaalt per maand € 833 aan rente en € 200 aan aflossing; dus ca.
€ 200 per maand verdiend. Onze jonge kopers kunnen iets opbouwen. Weliswaar tegen een woekerrente, maar ik geef je op een briefje: dat interesseert de kopers niet. Want nogmaals: het enige dat belangrijk is in onroerend goed, dat zijn de woonlasten. En die zijn in dit geval lager. De vermogende geldschieter haalt een prima rendement en loopt geen risico. Waarmee ik maar wil aangeven: we moeten creatiever denken. Nu is alles vastgespijkerd en we zien dat een hele generatie jonge mensen buiten de boot valt. Is dat wat we willen?”
Premieregeling
Een andere uitweg ziet Gérald Cantrijn in het optuigen van een premieregeling door de overheid. “In de jaren ’70 en ’80 kende ons land de zogenaamde Premie A-woningen. Dat was een enorm succes. Het ging om kleine, basale woningen, maar je kon in elk geval wonen en bezit opbouwen. Ik denk nu vaak van jonge kopers: je hoeft niet meteen in de Eerste Klas te zitten. Zorg eerst dat je in die trein komt. Dus een premieregeling die ook voor bestaande woningen geldt, is volgens mij een prima idee. En ten slotte: diezelfde overheid wil dat we meer eigen geld inbrengen. Veel jongeren hebben dat gewoon niet, het is wishful thinking. Eigen geld is op zich helemaal geen gek streven, maar niet op dit moment. Dus ook daar zeg ik: ‘Ga nog eens terug naar de tekentafel’.”
Lees het volledige artikel over B&S Rental Service in relatiemagazine Vastgoed Adviseur.
Cantrijn Makelaardij
Hertog Janlaan 16
4818 AD Breda