Actualiteiten

Wijziging maximering huurverhoging vrije sector

te-huur-bord

De verwachting is dat de vastgelegde maximumhuurverhoging hoog gaat uitvallen voor huurverhogingen in 2023 en dat huurders door de hoge inflatie en sterk gestegen energieprijzen in 2022 een negatieve koopkrachtontwikkeling zullen hebben. Het kabinet vindt het daarom noodzakelijk om ruimte te creëren om de maximale huurverhoging in de vrije sector op een lager maximum te stellen dan inflatie + 1 procentpunt.

Ook vindt het kabinet het niet redelijk als de toegestane huurverhoging in de vrije sector sterk gaat afwijken van de toegestane huurverhoging in het gereguleerde segment. Daarom wordt er nu een wetsvoorstel in consultatie genomen waarin bepaald wordt dat het maximale huurverhogingspercentage in de vrije sector bij ministeriële regeling wordt vastgesteld.

Dat biedt ruimte om de toegestane huurverhoging eventueel gelijk te stellen aan de inflatie of zo nodig zelfs om een andere grondslag dan het inflatiepercentage te hanteren als basis voor het toegestane huurverhogingspercentage. Daarmee waarborgt de regering dat de met de Wet maximering huurprijsverhogingen geliberaliseerde huurovereenkomsten (wet Nijboer) beoogde gematigde huurprijsontwikkeling ook in 2023 en 2024 wordt geëffectueerd. De maximering van de jaarlijkse huurstijging in de vrije sector geldt voor een periode van drie jaar (1 mei 2021 tot 1 mei 2024). De keuze voor de beperking van de werkingsduur is blijkens de toelichting bij het wetsvoorstel gemaakt vanuit Europeesrechtelijk perspectief. Het eigendomsrecht, zoals vastgelegd in het eerste protocol bij het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM), de dienstenrichtlijn en het vrij verkeer van kapitaal vereisen dat de voorgestelde regulering niet langer geldt dan noodzakelijk. De economische gevolgen van de coronacrisis, de verwachte negatieve koopkrachtontwikkeling voor huurders door de forse stijging van de inflatie en van de vaste lasten van huurders voor het levensonderhoud tezamen met de grote betaalbaarheidsproblemen die veel huurders nu al ondervinden, maken dat het noodzakelijk is dat de ingevoerde maximering van de jaarlijkse huurstijging van inflatie + 1 procentpunt in de vrije sector zo nodig verder kan worden beperkt. Door de beperkte werkingsperiode van de maximering van de jaarlijkse huurstijging blijft die maximering voldoen aan andere vereisten die voortvloeien uit het internationaal recht: de voorgestelde regulering is doelmatig, proportioneel, rechtmatig en voorzienbaar, en maakt geen onderscheid op basis van nationaliteit.

In de Wet maximering huurprijsverhogingen geliberaliseerde huurovereenkomsten (wet Nijboer) is bovendien bepaald dat deze wet binnen tweeëneenhalf jaar na inwerkingtreding, dus voor 1 november 2023, wordt geëvalueerd op de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk. Dan zal ook blijken of, indien van toepassing, een lagere jaarlijkse huurstijging dan inflatie + 1 procentpunt tot onredelijke gevolgen voor verhuurders leidt. De in de Wet maximering huurprijsverhogingen geliberaliseerde huurovereenkomsten (wet Nijboer) geregelde maximale huurstijging geldt per kalenderjaar, van 1 januari tot 1 januari. Met de beoogde ingangsdatum van voorliggend wetsvoorstel, 1 januari 2023, zal per 1 januari 2023 een maximaal huurverhogingspercentage bij ministeriële regeling vastgesteld kunnen worden. Tot 1 januari 2023 is de jaarlijkse huurverhoging in de vrije sector maximaal 3,3% (2,3% inflatie + 1 procentpunt).

Deel dit artikel