Het aantal vergunde tijdelijke woningen in 2023 komt uit op bijna 4.200. Dat is een stijging van 28 procent ten opzichte van 2022. In de afgelopen vijf jaar betreft het ruim 14.600 tijdelijke woningen waarvoor een vergunning is afgegeven. In de meeste gevallen gaat het om nieuwbouw.
Definitie tijdelijke woningen
Tijdelijke woningen zijn woningen die voor een bepaalde tijd (vaak maximaal 10 jaar) op een tijdelijke locatie mogen worden gebouwd óf voldoen aan de definitie volgens het bouwbesluit. Tijdelijke woningen kunnen als nieuwe woningen worden gebouwd, of ze kunnen door verbouw ontstaan, bijvoorbeeld door een tijdelijke transformatie van een kantoorpand naar appartementen.
Vergunde tijdelijke woningen per provincie
Van alle provincies verstrekte Noord-Brabant de meeste vergunningen in de periode 2019-2023, namelijk ruim 3.200. Drenthe en Zeeland prijken onderaan de lijst met ieder nog geen 300. Dat blijkt uit cijfers van het CBS, dat hier onderzoek naar verrichtte in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken.
Het aantal tijdelijke woningen dat wordt vergund, wisselt sterk per jaar per provincie. Vaak wordt er in één keer een groot project met veel tijdelijke woningen vergund, waarna er een tijdlang minder vergunningen worden afgegeven.
Utrecht voert stedenlijst aan
Van alle gemeenten zijn in Utrecht (foto) over de periode 2019 tot en met 2023 de meeste tijdelijke woningen vergund, namelijk 1.079. Ook in Tilburg zijn met 972 tijdelijke woningen een relatief groot aantal vergunningen verleend. Gemeenten met meer inwoners vergunnen vaak meer tijdelijke woningen.
De gemiddelde doorlooptijd vanaf de vergunningverlening voor een reguliere woning is ongeveer twee jaar. Voor tijdelijke woningen kan de doorlooptijd korter zijn, omdat tijdelijke woningbouw aan minder strikte regels hoeft te voldoen.
Doelgroep
In 2023 was ruim een derde van de toegekende tijdelijke woningen bestemd voor een gemengde doelgroep. In 2021 was dat nog 12 procent , toen het CBS begon met het gedetailleerder uitvragen naar doelgroepen. Dit betekent dat steeds meer vergunde tijdelijke woningen specifiek bedoeld zijn om verschillende doelgroepen bij elkaar te huisvesten, zoals studenten en woonstarters.
Iets minder dan een derde was in 2023 bestemd voor statushouders, waaronder Oekraïners met een tijdelijke verblijfsstatus. Het aandeel bestemd voor arbeidsmigranten liep de afgelopen jaren op tot 21 procent in 2022, maar is in 2023 teruggelopen tot 6,5 procent.
Lees hier het volledige artikel van het Centraal Bureau voor de Statistiek.