Huizen in Nederland werden in 2017 gemiddeld 7,6 procent duurder. Naar verwachting zullen de prijzen in 2018 nog harder stijgen.
Huizen in Nederland werden in 2017 gemiddeld 7,6 procent duurder. Naar verwachting zullen de prijzen in 2018 nog harder stijgen. Dat schrijven economen van de Rabobank in het vandaag verschenen Kwartaalbericht Woningmarkt. Zij gaan uit van een prijsstijging van 8 procent in 2018 en 7 procent in 2019. Dit betekent dat een gemiddeld huis in Nederland over twee jaar zo’n 300.000 euro kost. Dat is niet louter positief: niet alleen kan het ervoor zorgen dat een koophuis voor een groeiende groep starters minder bereikbaar wordt, het kan ook leiden tot hogere schulden van huishoudens.
Senior-woningmarkteconoom Christian Lennartz legt uit: ‘Uit cijfers van het Kadaster blijkt dat een groeiende groep Nederlanders een koophuis financiert met eigen geld. Maar wie voor de koop van een huis volledig is aangewezen op een hypotheek moet zich door de stijgende prijzen dieper in de schulden steken. Dat kan deze huishoudens kwetsbaarder maken voor schokken.’ Lennartz wijst daarbij op de verwevenheid van de Nederlandse economie en de woningmarkt, waardoor een neergang in de economie diepe sporen kan trekken in de huizenmarkt. Andersom kan een malaise op de huizenmarkt een economische crisis versterken.
Opmars verkoop huizen buiten Randstad
De stijgende prijzen zijn wel een opsteker voor Nederlandse huizenbezitters die de afgelopen jaren hun verhuiswensen hebben uitgesteld omdat hun woning ‘onder water’ stond. Nu de woning ‘boven water’ komt en meer waard is dan de hypotheek, wordt het eenvoudiger om te verhuizen. Dit kan mede verklaren waarom in 2017 vooral buiten de Randstad fors meer woningen zijn verkocht dan een jaar eerder. Zo steeg het aantal verkopen in Gelderland het afgelopen jaar met bijna 19 procent, in Drenthe bijna 23 procent en in Flevoland zelfs meer dan 24 procent. In totaal werden in 2017 bijna 242.000 huizen verkocht. In 2016 wisselden zo’n 215.000 huizen van eigenaar. Lennartz: ‘We verwachten dat de opmars in provincies buiten de Randstad in 2018 doorzet, maar dat het aantal verkopen in de steden stagneert of verder daalt.’
Hoge vraag naar woningen blijft
De twee effecten bij elkaar opgeteld gaan Rabo-economen uit van een afvlakking van het aantal verkopen, met in 2018 slechts een kleine stijging naar zo’n 250.000 transacties. Lennartz: ‘De verhuisgeneigdheid van Nederlanders is hoog en de laatste kwartalen zelfs iets toegenomen. Bovendien is de rente nog altijd relatief laag. De vraag naar huizen blijft naar verwachting hoog. Het aanbod slinkt weliswaar, maar we gaan ervan uit dat de mismatch tussen die twee zich nog niet in heel Nederland vertaalt in lagere verkopen, maar eerst in hogere prijzen.’ Volgens Lennartz zal het aantal verkopen pas dalen als de betaalbaarheid zodanig verslechtert dat grote groepen potentiële kopers tegen financieringsproblemen aanlopen. Deze situatie wordt pas op zijn vroegst in 2019 verwacht.
(bron: Rabobank)