De melkveehouderij is er in geslaagd om de uitstoot van fosfaat – als bestanddeel van mest – in het eerste kwartaal van 2017 flink omlaag te brengen.
De melkveehouderij is er in geslaagd om de uitstoot van fosfaat – als bestanddeel van mest – in het eerste kwartaal van dit jaar flink omlaag te brengen. In totaal is 4,5 miljoen kilo fosfaatreductie behaald, zo blijkt uit cijfers van het CBS. Hiermee is een groot deel van het doel om de uitstoot van fosfaat in 2017 weer onder het Europees plafond (172,9 miljoen kilo) te brengen al gehaald.
Dit schrijft staatssecretaris Martijn van Dam (Economische Zaken) mede namens het zuivelbedrijfsleven, Nevedi en de Rabobank in een brief aan de Tweede Kamer. Deze partijen hebben een fosfaatreductieplan opgesteld met als doel de uitzonderingspositie van Nederland op het gebied van derogatie in Europa te behouden.
Krimp 90.000 dieren
De melkveestapel is in de afgelopen maanden fors gekrompen met ruim 90.000 dieren. Daarnaast wordt er succesvol fosfaat gereduceerd via het veevoer. Een private regeling die varkenshouders stimuleert om fosforarmer veevoer af te nemen levert in de loop van dit jaar daarnaast een potentiële meevaller van 1 miljoen kilo fosfaatreductie op.
Stoppersregeling
Wel is duidelijk dat er minder boeren zullen stoppen met hun bedrijf via de subsidieregeling beëindiging melkveehouderij dan voorzien, omdat er vanwege staatssteunregels geen derde openstelling komt. Daarnaast is er buiten de melkveesector een lichte stijging van het aantal dieren, zoals kippen en varkens, die fosfaat uitstoten.
Maatregelen
Daarom is besloten om de reductiedoelstelling voor melkveehouders op te hogen van 4 naar 5 miljoen kilo fosfaat. De komende weken wordt onderzocht welke aanvullende maatregelen hiervoor nodig zijn. Hier wordt begin juni over besloten. Daarbij wordt gekeken of het mogelijk is het fosforgehalte in het veevoer verder te verlagen. Ook zal dan het exacte reductiepercentage voor de derde periode van dit jaar worden vastgelegd. Hierover is tot nu toe aangegeven dat dit maximaal 20% zal zijn, tegenover respectievelijk 5 en 10% in de eerste twee perioden van dit jaar. Boeren die meer dan 10% zijn gegroeid kunnen hier nu al tijdig op inspelen.
(bron: Rijksoverheid)