Op 1 januari 2021 stonden 187.000 woningen leeg, 2,4% van alle woningen. Dit was vergelijkbaar met vorig jaar. De leegstand van kantoren en winkels was begin 2021 respectievelijk 10,2% en 8,7% . Dit blijkt uit de Landelijke Monitor Leegstand van het CBS.
Op 1 januari 2021 in Nederland stond 2,7% van de gebouwen in Nederland administratief leeg. Daarvan stond 40% een jaar eerder ook leeg. Langdurige leegstand komt vooral voor bij kantoren. Daarvan stond 74% een jaar eerder ook al leeg. Voor woningen geldt het omgekeerde.
Het merendeel van de woningen was pas per 1 januari 2021 leegstaand. Dit zijn bijvoorbeeld nieuwbouwwoningen die recent zijn opgeleverd en op 1 januari nog niet bewoond waren.
In zeer sterk verstedelijkte gebieden, met 2.500 of meer adressen per vierkante kilometer, stond 3,4% van de woningen begin 2021 leeg. In de minste verstedelijkte gebieden, minder dan 500 adressen per vierkante kilometer, was de woningleegstand 2,2%. Zowel in de zeer sterk als in de minst verstedelijkte gebieden stonden vele woningen een jaar eerder ook al leeg, respectievelijk 37% en 44% van de woningen.
In de gemeente Laren en Loppersum stond 5,9% van de woningen administratief leeg op 1 januari 2021. Ook vorig jaar stonden in gemeente Laren in verhouding de meeste woningen leeg. Daarop volgen de Groningse gemeenten Appingedam en Delfzijl, en het Waddeneiland Vlieland met een woningleegstand van meer dan 5%.
Bij ongeveer een kwart van de gemeenten was het percentage leegstaande woningen hoger dan 2,4%, het landelijk gemiddelde.
In de 15 gemeenten met de hoogste leegstand lag het aandeel leegstaande woningen tussen 4 en 6%. Onder deze gemeenten zijn ook Maastricht, Amsterdam en Rotterdam. In de twee Gelderse gemeenten Duiven en Westervoort was de woningleegstand het laagst.