Gemeenten sturen steeds duidelijker op een kernvoorraad aan gebouwen. Dit is één van de belangrijkste bevindingen uit de Benchmark Gemeentelijk Vastgoed 2017 onder 20 grote Nederlandse gemeenten.
Gemeenten sturen steeds duidelijker op een kernvoorraad aan gebouwen. Dit is één van de belangrijkste bevindingen uit de Benchmark Gemeentelijk Vastgoed 2017 onder 20 grote Nederlandse gemeenten. Het onderzoek, een samenwerking van TIAS School for Business & Society en Republiq, is dit jaar voor de tweede keer uitgevoerd. Werd vorig jaar nog 7,6% van de panden aangemerkt voor verkoop, de benchmarkresultaten laten dit jaar zien dat de deelnemende gemeenten maar liefst 11% van de panden (samen goed voor 5,8% van het totale oppervlakte) willen verkopen.
Aandeel niet-maatschappelijk vastgoed nog groot
Uit de benchmark blijkt verder dat 70% van de panden (verantwoordelijk voor 80% van het bruto vloeroppervlakte) wordt gebruikt voor gemeentelijke doelen zoals sport, onderwijs, welzijn, cultuur en huisvesting van het eigen ambtelijk apparaat. Zo’n 30% van de gemeentelijke panden wordt dus niet ingezet voor deze doelen. Deze panden worden momenteel gebruikt voor zorg, wonen, kinderopvang of bijvoorbeeld kantoorruimte. In sommige gevallen houden gemeenten deze panden in bezit met het oog op toekomstige (her-)ontwikkeling van de locatie. “Ik verwacht dat de trend om gemeentelijk vastgoed te verkopen zich de komende jaren zal voortzetten,” aldus dr. Ingrid Janssen van TIAS School for Business & Society. “Gemeenten concentreren zich steeds meer op hun kerntaken. Vastgoed dat hier niet voor is bedoeld, komt voor verkoop in aanmerking.”
Onderhoudskosten over het algemeen marktconform
De benchmark geeft ook inzicht in de onderhoudskosten van gemeentelijk vastgoed. Een analyse van kengetallen laat zien dat de uitgaven voor onderhoud over het algemeen marktconform zijn. Voor een aantal functies zoals commercieel vastgoed, bibliotheken, theaters, basisonderwijs en kinderopvang zijn ook de gemiddelde huurprijzen geanalyseerd. Opvallend is de grote spreiding in huuropbrengsten tussen – en binnen! – gemeenten voor panden met gelijksoortige functies. De grote spreiding laat zien dat er ruimte is voor een consistenter huurbeleid door gemeenten.
Datakwaliteit blijft aandachtspunt
Ondanks de toegenomen mogelijkheden van digitalisering, zijn veel vastgoedgegevens bij gemeenten nog niet centraal en digitaal beschikbaar. Gemeenten werken hier hard aan, op weg naar professioneler vastgoedbeleid. De gemeenten die deelnemen aan de benchmark laten zien de eigen vastgoeddata over het algemeen goed op orde te hebben. Desondanks zagen de onderzoekers grote verschillen in datakwaliteit. “Met gemeenten spreken we heldere definities en rubrieken af voor hun vastgoedregistratie. Dit helpt gemeenten hun vastgoeddata te structuren. Een correcte en volledige registratie van gegevens vormt namelijk de basis voor professioneel gemeentelijk vastgoedbeleid,” stelt Marten Middendorp van Republiq.
Een vijfde van Nederlands gemeentelijk vastgoed in de benchmark
De Benchmark Gemeentelijk Vastgoed geeft inzicht in de vastgoedprestaties van twintig grote gemeenten, verspreid door het land. De panden die zijn onderzocht representeren ongeveer een vijfde van het Nederlands gemeentelijk vastgoed en worden gebruikt door ruim 3,2 miljoen inwoners. Het onderzoek toont de kansen van inzet van data bij gemeentelijke vastgoedsturing. Deelnemende gemeenten en andere partijen krijgen met de benchmark concreet vergelijkingsmateriaal voor de eigen vastgoedprestaties. Met deze data-analyse worden belangrijke stappen gezet naar effectieve vastgoedsturing in de publieke sector. De genoemde resultaten zijn slechts een greep uit de inzichten die de benchmark heeft opgeleverd. De ambitie is om de benchmark jaarlijks uit te voeren met meer deelnemers. Ook zal dan dieper worden ingegaan op bepaalde thema’s als duurzaamheid, organisatiewijze en gebruikerstevredenheid.
(bron: TIAS)