Volgens een analyse van Savills is de vraag naar kantoren in Nederland met minimaal energielabel A de afgelopen 10 jaar verdubbeld. In 2011 ging het om 24% naar 53% in 2021. In de G5-steden steeg dit aandeel nog sneller.
ESG-referenties (environmental, social, governance) worden steeds belangrijker in vastgoed. Bedrijven verkleinen bewust hun ecologische voetafdruk en huisvesting maakt daar in toenemende mate deel van uit, bijvoorbeeld qua ligging, bereikbaarheid en ook inrichting. Dat komt bijvoorbeeld tot uiting in een voorkeur voor een kantoor met energielabel A, aldus Savills.
Lotte de Jong, Head of Tenant Representation bij Savills in Nederland, licht toe: “Er zijn grote verschillen tussen soorten bedrijven en steden. Zo kent de Randstad veel start-ups, scale-ups en (inter)nationale bedrijven die meer gericht zijn op duurzaamheid dan het MKB in de middelgrote steden buiten de Randstad. Het spreekt dan ook voor zich dat de grootste opname van duurzame kantoren te zien is in de grootste steden als Amsterdam (70%), Rotterdam (60%) en Utrecht (67%).”
Daarnaast blijkt uit een analyse van meer dan 12.000 gebruikerstransacties in Nederland van 2011 tot nu dat bedrijven in Nederland de afgelopen tien jaar steeds vaker bereid zijn meer te betalen voor een duurzaam kantoor (minimaal energielabel A) en minder voor een niet-duurzaam kantoor (energielabel B of slechter).
Iris Kampers, ESG-adviseur bij Savills in Nederland: “De huurprijs die huurders bereid zijn te betalen, is een belangrijk element van de waarde van een kantoor. Het is immers aannemelijk dat de waarde van duurzame kantoren zal stijgen en die van niet-duurzame kantoren zal afnemen. Daar is een logische verklaring voor: huurders zijn over het algemeen minder bereid te betalen voor kantoren die economisch verouderd dreigen te raken. Voor beleggers is het daarom essentieel om vooruit te kijken en vooral actie te ondernemen om hun kantoren toekomstbestendig te maken. Beleggers hebben misschien wel de belangrijkste rol bij het verduurzamen en ‘Paris Proof’ maken van Nederlandse kantoren.”
De vraag naar duurzame kantoren stijgt, maar het aanbod blijft achter. Op dit moment voldoet ruim 11% van de kantorenvoorraad in Nederland niet aan de wetgeving die vanaf 1 januari 2023 gaat gelden, terwijl ruim 32% zelfs nog helemaal geen label heeft. Den Haag en Eindhoven zijn de twee steden uit de G5 die relatief achterlopen. Dit geldt niet alleen voor de opname van duurzame kantoren, maar ook voor de kantorenvoorraad zelf.