De gekte van decembermaand was nog niet eens losgebarsten, maar Black Friday zorgde op die zekere vrijdag, eind november, al voor extreme drukte in de binnensteden. Er was bij mij in Utrecht geen doorkomen aan. In Rotterdam werd ingegrepen, er voltrokken zich enorm lange rijen voor winkels met overenthousiaste winkelbezoekers die geen afstand meer konden bewaren.
Zo ontstond de indruk dat populaire winkels zelfs bij droegen aan het stijgende aantal coronabesmettingen. Zijn het enorm drukke straatbeeld en de overvolle winkels eigenlijk nog wel uit te leggen aan de ondernemers en wat is de impact hiervan op de binnensteden? Gert-Jan Slob, van onderzoeksbureau Locatus liet er in het in november door VBO georganiseerde webinar over retail geen misverstand over bestaan: “Binnensteden zijn vooral gevuld met horeca en modewinkels. Beide sectoren zijn zwaar getroffen door de coronacrisis. De binnensteden zijn daardoor de winkelgebieden die de hardste klappen hebben geïncasseerd.”
Slob lijkt aan een zekere groep gehoor te hebben gegeven, want drie dagen later ging menig gelukzoeker er al winkelend op uit. De reden dat de horeca dicht is en voorlopig dicht blijft, is vanwege het bron- en contactonderzoek van de GGD. “Te lang met elkaar in een gesloten binnenruimte verblijven en dineren is te gevaarlijk,” aldus Rutte. De horeca vormt dus een groter gevaar en geeft een grotere kans op een coronabesmetting, dan een winkelbezoek.
De toename van het aantal coronabesmettingen begin december is volgens het RIVM te herleiden aan de koopgekte rond ‘Black Friday.’ Binnensteden zijn hoofdzakelijk gevuld met horeca en winkels. Beide sectoren zijn zwaar getroffen door de coronacrisis. De binnensteden zijn daardoor de winkelgebieden die de hardste klappen hebben geïncasseerd. Terwijl woonboulevards en winkelcentra voor de dagelijkse boodschappen het juist goed gedaan hebben de afgelopen maanden.
Volgens Locatus zitten de Nederlandse binnensteden sinds 2008 in een veranderproces. De laatste twintig jaar zijn steden heel monofunctioneel koopcentra. De prijzen in de binnensteden rezen de pan uit en dreven bewoners de stad uit. Deze trend is nu omgedraaid. De afgelopen tien jaar is juist veel horeca aan de stad toegevoegd, omdat winkelen een ‘beleving’ moet zijn. De stad veranderde hierdoor van een place-to-buy naar een place-to-be. Maar de rek lijkt er door de corona epidemie uit. De horeca verliest in de binnenstad aan terrein, ondernemers vallen om en de recessie die ons in 2021 wacht, geeft menig horeca-ondernemer geen rooskleurig toekomstperspectief.
Maar laat ik positief afsluiten, want vastgoed vindt altijd wel weer zijn bestemming. Meer leegstaande winkels kunnen worden omgebouwd tot woningen en dus zien we ook die delen van de stad weer terug evolueren naar places-to-live en is de cirkel weer rond en blijven de Nederlandse stadscentra uiteindelijk levendige gebieden, waar zelfs midden in een pandemie, een Black Friday gekte zijn weg vindt.
Sebastiaan Roggeveen, Beleidsadviseur Zakelijk Vastgoed